17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert

Title
17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert
Repository
Text

Nog onderhanden
Dit is een verzameldocument van kerkeraad notulen die betrekking hebben op de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert

Aktedatum: 8-3-1767 ev
Akteplaats: Veldhoven
Aktesoort: Kerkeraad, notulen

In het driemaandelijks blad Campinia van Streekarchivariaat Noord-Kempenland is een mooie samenvatting van deze zaak verschenen. Deze samenvatting is hier geheel overgenomen.

Samenvatting (uit het blad Campinia):
I. DE KORREKTE HOUDING VAN DE NEDERLADDS HERVORMDE KERKERAAD VAN VELDHOVEN IN 1767 T.A.V. EEN ZEER MISPLAATSTE OECUMENE TUSSEN EEN REFORMATORISCHE SCHEPEN VAN GESTEL EN ZIJN ROOMS KATHOLIEK DIENSTMEISJE UIT VALKENSWAARD.

"Wo Menschen sind, da menschelt es". Dit spreekwoord geldt voor alle tijden, rangen, standen, wereldbeschouwingen en geloofsovertuigingen. In het jaar 1766 meer dan 200 jaar geleden, "menselde" het ook tussen een vooraanstaande schepen van gereformeerden huize te Gestel en diens katholiek dienstmeisje uit Valkenswaard. De Hervormde Kerkeraad van Veldhoven, Blaarthem en Gestel als kerkelijke rechtbank van de genoemde gemeenten, nam deze zaak zeer serieus op zoals wij uit de navolgende notulen van de kerkeraadsvergaderingen uit deze jaren kunnen opmaken. Zonder aanzien des persoons werd de kerkelijke tucht gehandhaafd en de censuur toegepast.
Ziehier nu een korte samenvatting van deze notulen en handelingen van de kerkeraad (kerkelijk archief der Nederlands Hervormde Gemeente te Veldhoven).

8 maart 1767
De zaak Carel Greve en Johanna van Houtert. De leden van de kerkeraad delen desbetreffende geruchten mee: de dienstbode van Carel Greve (Johanna van Houtert) was reeds zwanger toen zij bij hem in huis was. Hij werd als vader genoemd. Enige weken voor de bevalling is de dienstbode naar haar vader te Valkenswaard vertrokken. Zij vertelde daar zwanger te zijn van Carel Greve en verklaarde hem het kind na de geboorte te zullen sturen, indien hij niet gereformeerd was. Zij is daarna bevallen van twee kinderen. De kerkeraad is van oordeel, dat er ernstige aanwijzingen zijn ten nadele van Carel Greve. De dienstbode is immers in februari 1767 bevallen, dus in mei 1766 zwanger geworden. Het doopregister toont aan, dat op 4 mei 1766 een kind van Carel Greve gedoopt is. Zijn vrouw lag toen in het kraambed. De dienstbode kon zich toen moeilijk met vreemde mannen ophouden, wel echter gemakkelijk met Carel Greve zelf. De verdenking wordt nog versterkt doordat de dienstbode thans door de familie Greve een eerloze wordt genoemd. Carel Greve heeft bovendien getracht een jongeman over te halen haar te trouwen. Zelfs abortus zou geprobeerd zijn. De kerkeraad is van oordeel, dat deze zaak geen uitstel toelaat, daar Greve ook van plan is een plechtige eed af te leggen. Er wordt daarom besloten op 11-3-1767 een kerkeraadsvergadering te houden a) om aan C. Greve 8 vragen te stellen (zie onder 11 maart 1767) en b) om hem 6 vermaningen voor te houden: echtbreuk is grote zonde, deze wordt nog verzwaard door valse eed, hierdoor wordt. Gods toorn opgewekt, de geschonden waarheid wordt toch eens gewroken; het geweten moet worden geraadpleegd, de kerkeraad is verplicht een kerkelijk vonnis te vellen. -
Ondertekend door A. Ross, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meurs.

11 maart 1767
Op deze vergadering is Carel Greve aanwezig. De geruchten over zijn echtbreuk worden hem medegedeeld.

Vraag: Is Uw vroegere dienstbode bevallen? Hoe heet zij?
Antwoord: Ik heb het horen zeggen. Zij heet Johanna van Houtert.

Vraag: Heeft U geweten, dat Uw dienstbode zwanger was, toen zij nog bij U in huis was?
Antwoord: Ik wist niets van deze zwangerschap.

Vraag: Bent U en is ook Uw vrouw zo onnozel, dat U een zwangere vrouw voor een waterzuchtige aanziet?

Antwoord: Ik heb wel vermoed dat zij zwanger was. Daarom hebben mijn vrouw en ik haar wasgoed gekontroleerd .... en ons gerustgesteld

Vraag: Heeft de dienstbode de dokter geraadpleegd voor abortus?
Antwoord: Ik wist niet, voor welke ziekte zij de dokter raadpleegde. Ik heb alleen een briefje geschreven om andere medicijnen met haar naam daaronder

Vraag: Heeft U de dienstbode bij haar vertrek naar Valkenswaard uitgeleide gedaan?
Antwoord: Neen.

Vraag: Is het waar, dat U door de dienstbode als vadervan haar twee kinderen bent aangewezen?
Antwoord: Dat heb ik horen zeggen.

Vraag: Bent U voornemens om U door een plechtige eed te purgeren, dat U geen omgang met haar hebt gehad?
Antwoord: Ik zal dit zeker doen, indien de officier dit eist.

Vraag: Hoe durft U dat te doen aangezien er ernstige presumpties tegen U bestaan?
Antwoord: Ik geef die presumpties toe, maar getuig voor God en, mijn geweten, dat ik nooit met deze vrouw ontucht heb
bedreven. Daarom doe ik deze eed hoe eerder hoe liever.

Hierna volgt een discussie tussen de kerkeraad en C. Greve:
Kerkeraad: Zeer waarschijnlijk bent U de echte vader. De vrouw is Rooms en U bent gereformeerd. Een Roomse vrouw zal niet gauw den gereformeerde als vader aanwijzen.
C. Greve: Ik weet niet, hoe zij daartoe gekomen is. Is zij omgekocht?
Kerkeraad: Zou een gedefloreerde dochter een gehuwd man als vader aanwijzen?
C. Greve: Daarvan weet ik de reden niet.
Kerkeraad: De vrouw wist, dat U geen bemiddeld man was. Toch wees zij U als vader aan.
C. Greve: Ik geef toe, dat ik niet bemiddeld ben en kan haar dus niet alimenteren. Ik weet niet, waarom zij mij als vader aanwijst. Ik had haar wel veel eerder laten gaan, als ik het geld voor de huur had gehad.
Kerkeraad: De vrouw tou zich zelf "eerloos" maken, omdat zij U ten onrechte als vader aanwijzende, toch wist, dat U zich door een eed gemakkelijk kon zuiveren van blaat.
C. Greve: Het is dom, om zo iemand vader te noemen. Zij bewijst haar domheid door haar tijdsopgave van konceptie, nl. 7,5 maand voor de bevalling.
Kerkeraad: Uw dienstbode is in mei zwanger geworden, toen Uw vrouw in het kraambed lag. Er was gelegenheid voor overspel.
C. Greve: Ik heb haar zelfs niet aangeraakt.
Verder tracht C. Greve zijn onschuld te bewijzen door te zeggen, dat hij zich zowel in de ongehuwde als ook daarna in de gehuwde staat steeds eerlijk en eerbaar heeft gedragen, waarbij hij zich zelfs op de kerkeraad beroept en op allen die met hem omgingen. Johanna van Houtert zou voor haar vertrek tegen het echtpaar Greve gezegd hebben, nooit omgang te hebben gehad met C. Greve. Haar later getuigenis was dus volgens Greve vals. Hij noemt haar een kanalje, die in Eindhoven bij een koperslager was weggejaagd wegens oneerbaar gedrag. Er ging zelfs een gerucht, aldus Greve, dat zij reeds eerder een onecht kind had. Hij
verklaarde ook, dat hij steeds knorrig tegen haar was geweest, zodat zelfs zijn vrouw daarover kwaad werd. Hij had echter geen verdenking tegen een bepaalde andere man, daar hij niets bewijzen kon. De kerkeraad overweegt zijn verklaringen, maar kan hem niet onschuldig verklaren. Zijn beweringen bewijzen nl. niets. De presumpties tegen hem blijven ernstig. De kerkeraad wil het oordeel opschorten en Greve vermanen. De beweringen moeten met attestaties of ondertekende brieven geverifieerd worden. De eed van purgie mag niet prematuur worden afgelegd. De kerkeraad zal hulp aanbieden voor uitstel van die eed. Indien Greve onschuldig was, moest hij hopen, dat God hem de middelen zou aangeven om die onschuld te bewijzen.
Daarna wordt Greve binnengeroepen. Hij is er erg afkerig van om schriftelijke bewijzen in te winnen. Bovendien wenst hij zonder uitstel de eed van purgie af te leggen.
Ondertekend door A. Ross en J. van Ravesteijn.
Na het vertrek van Greve wordt nog besloten, ook de dienstbode te ondervragen. Hiervoor worden de twee diakens afgevaardigd.

15 maart 1767
De diakens de Bie en van Meurs brengen verslag uit van hun bezoek bij Johanna van Hautert te Valkenswaard, welk verslag is opgetekend en voorgelezen in aanwezigheid van de ouders van Johanna van Houtert en door laatstgenoemden bevestigd. Johanna is één keer door C.Greve misbruikt. Zij werd toen 's nachts om één uur naar zijn kamer gelokt en gedwongen.
Zij wist de datum niet meer precies, maar het jongste kind van Greve was toen nog zeer klein.
De eed van die bedrieger en verleider zou zij openlijk als vals aanmerken door de waarheid te vertellen, zoals voor de heer officier en de schepenen van Valkenswaard. Daarna gaf zij verslag van haar vertrek uit het huis van koperslager Buckeners te Eindhoven, waar niets oneerbaars gebeurd was. Zij had alleen aan militairen koffie geschonken. Daarvoor gaf zij getuigen op. C. Greve had sedert die bewuste nacht gedurig haar bed en kleding gekontroleerd, om zich gerust te kunnen stellen, dat zij niet zwanger was. Hij had haar zelfs aangespoord abortus te plegen. De Kerkeraad stelde vast, dat door deze mededelingen de presumpties tegen C. Greve waren vermeerderd. De mondelinge argumenten van Greve werden nog eens grondig onderzocht en moesten in zijn eigen nadeel worden uitgelegd.
Waarom was nl. de dienstbode tot het laatst in zijn huis geduld en niet eerder weggejaagd?
Waarom trachtte hij haar later op verschillende manieren eerloos te maken, terwijl hij eerst beweerde niets van haar zwangerschap te weten? De geruchten waren er nl. al toen de dienstbode nog bij hem in huis was. Waarom liet hij haar gaan zonder gerechtelijk onderzoek te doen instellen naar de schuldige van deze zwangerschap? Waarom heeft de familie van C. Greve tot het laatst toe ontkend, dat de dienstbode zwanger was? Waarom ineens nu die haast om de eed van purgie af te leggen? Men besluit Greve wederom voor de vergadering te doen verschijnen, nl. op 19-3-1767.
Ondertekend door A. Ross, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meurs.

19 maart 1767
De predikant deelt mede, van J. Greve, de vader van C. Greve, een brief te hebben ontvangen d.d.16-3-1767. Deze brief wordt aan de vergadering voorgelezen. De stijl van dit geschrift is opgeblazen en Gods naam, wordt daarin misbruikt. Men zal J. Greve in verband hiermede niet ontbieden wegens zijn hoge ouderdom, maar hem wel een vermanende brief zenden wegens zijn indecente woorden. In een verwaand rekwest geeft J. Greve nl. te kennen, dat hij zijn zoon gedwongen heeft niet voor de Kerkeraad te verschijnen alvorens zijn brief beantwoord is; tevens verzoekt hij kopie van de handelingen van de Kerkeraad. De vergadering vindt de handelwijze van J. Greve, om een getrouwde zoon, die schepen van Gestel is, te dwingen niet te komen, belachelijk. Het schijnt, dat de vader bevreesd is, dat zijn zoon schuldig is en zich voor de Kerkeraad zal verspreken. De gevraagde kopie zal worden geweigerd. Aan J. Greve zal een brief worden gezonden met de waarschuwing zijn zoon niet meer te dwingen en zich te onthouden van misbruik van Gods H.Naam. Het wegblijven van C. Greve wordt als zeer verdacht beschouwd. De volgende vergadering wordt vastgesteld op 24-3-1767, waarop C. Greve wederom zal worden ontboden.
Ondertekend door A. Ross, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meurs.

3 april 1767
De predikant deelt mede, dat hij tevergeefs getracht heeft C. Greve te ontbieden. Deze had telkens andere uitvluchten. Op 24-3-1767 moest hij naar een "extraordinair gerecht" te Gestel, op 26-3-1767 naar 's-Hertogenbosch en op 3 april was hij druk bezet met dorpszaken. De nieuwe vergadering wordt belegd op 5-4-1767 (zondagmiddag na de Godsdienstoefening). De koster zal C. Greve tijdig mededelen dat de Kerkeraad bij niet verschijnen genoodzaakt zal zijn de procedure tegen hem voort te zetten. Ondertekend door A. Ross, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meurs.

5 april 1767
Carel Greve is verschenen. De Kerkeraad is van mening, dat zijn uitvluchten om niet te komen, tegen hem pleiten. Daarop leest Carel Greve een verklaring voor, waarin hij zegt, dat hij nu voor de laatste keer voor de Kerkeraad verschijnt. Verder verklaart hij daarin, dat hij op geen enkele vraag meer zal antwoorden. Bovendien zal hij, als hij ook verder lastig gevallen wordt, middelen naar recht zoeken. En als de politieke rechter deze zaak heeft beëindigd, kunnen de heren beginnen. C. Greve wordt daarna verzocht zich even te verwijderen, hetgeen hij echter weigert, daar hij dit als nutteloos beschouwt. Greve verlaat oneerbiedig de vergadering.
De Kerkeraad konkludeert, dat de brief en de houding van Greve op een schuldig geweten wijzen. Kerkelijke tucht is ook nu reeds noodzaak en wel i.v. m. zijn verbitterd en hoogmoedig gedrag. Om verdere ergernis in de gemeente te voorkomen wordt Greve gecensureerd en hem het gebruik van het Avondmaal verboden, totdat hij de Kerkeraad als kerkelijke rechter erkent en niet meer weigert met deze te onderhandelen. De censuur zal van de kansel warden afgekondigd, opdat de gemeenteleden geen bezwaren zouden gevoelen, om samen met C. Greve aan de H. Tafel te verschijnen. De koster van Gestel zal opdracht ontvangen om Greve daarvan in kennis te stellen.
Ondertekend: Ds. A. Ross en de Kerkeraad.

26 april 1767
De Kerkeraad bevestigt, dat de predikant de censuur tegen C. Greve volkomen volgens de intentie van de Kerkeraad vanaf de preekstoel heeft bekendgemaakt op 12-4.-1767. De predikant stelt voor, een kommissie van de Kerkeraad naar de stadhouder van Gestel te zenden, om verslag te vragen, zodra de politieke procedure tegen C. Greve is beëindigd. De Kerkeraad verzoekt de predikant deze kommissie op zich te nemen.
Getekend door Ds. A. Ross en de Kerkeraad.

8 mei 1767
De predikant brengt verslag uit van zijn kommissie bij de, officier van Gestel betreffende de procedure tegen C. Greve. Laatstgenoemde heeft een rekwest ingediend met het verzoek te worden toegelaten tot de eed van purgie. Er wordt geadviseerd deze te weigeren op grond van suspicie. De Kerkeraad zal op de hoogte worden gehouden.
Getekend door Ds. A. Ross, Hermani, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meurs.

18 oktober 1767
De predikant deelt mede, dat C. Greve hem op 14-10-1767 heeft verzocht, een Kerkeraadsvergadering te beleggen, om hem gelegenheid te geven een voorstel tot ontheffing van zijn censuur te kunnen doen. C. Greve wordt binnen geroepen en verklaart, de Kerkeraad als zijn kerkelijk rechter te erkennen. Hij verzoekt ontheffing van censuur. De Kerkeraad besluit met deze verklaring genoegen te nemen en C. Greve van zijn censuur te ontheffen. De predikant zal voor de afkondiging zorg dragen.
Ondertekend door Ds. A, Ross, S. Hermanni, J. van Ravesteijn, de Bie en A. van Meur

Bronvermelding van deze samenvatting:
CAMPINIA, 3-maandelijks blad van Streekarchivariaat Noord-Kempenland, Heemkundekring de Heerlijkheid Oirschot.
Uitgave: eerste jaargang, nummer 2, juli 1971, blz 59-61
Uitgave: eerste jaargang, nummer 3, oktober 1971, blz 111-113
Met dank aan de Heemkundekring de Heerlijkheid Oirschot voor hun toestemming om deze samenvatting integraaal over te nemen..

Bronvermelding akten (zie scans)
Regionaal Archief Eindhoven
Veldhoven
10225Collectie doop-, huwelijks- en overlijdensregisters daterend van voor de invoering van de Burgerlijke Stand
43.7Huwelijks- en lidmatenregister

NB: Notulen kerkeraadsvergadering, 1750-1799, fol. 87-149v; idem, 1799-1803, fol. 77-86v; idem, 1803-1804, fol. 16-19; aantekeningen over preken, 1789-1794, fol. 19v-21; financiele aantekeningen, 1785-1790, fol. 21v-23
Nadere toegang:

Volgnummer:
108 e.v. van 153

Nog uitwerken
https://www.rhc-eindhoven.nl/collectie?mivast=48&mizig=210&miadt=48&miaet=1&micode=10225&minr=5077411&miview=inv2
scan 105 e.v.

Media object
17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greve - Johanna van Houtert (I)
17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greve - Johanna van Houtert (I)
17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greve - Johanna van Houtert (I)
17670308 Kerkeraad de zaak Carel Greve - Johanna van Houtert (I)
Media object
17670311 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (II)
17670311 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (II)
17670311 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (II)
17670311 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (II)
17670311 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (II)
Media object
17670315 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (III)
17670315 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (III)
17670315 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (III)
17670315 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (III)
17670315 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (III)
Media object
17670319 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (IV)
17670319 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (IV)
17670319 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (IV)
Media object
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
17670403 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (V)
Media object
17670508 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (VI)
17670508 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (VI)
17670508 Kerkeraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (VI)
Media object
17671018 Kerkenraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (VII)
17671018 Kerkenraad de zaak Carel Greeve - Johanna van Houtert (VII)
Last change
December 23, 202221:38:13
Author of last change: jwbos
Given names Surname Sosa Birth Place Death Age Place Last change
279 10 215 64 Tuesday, December 20, 2022 7:08 PM
2 Wednesday, December 14, 2022 3:40 PM
Given names Surname Age Given names Surname Age Marriage Place Last change
Media objects
Media Title Individuals Families Sources Last change
Sources
Title Individuals Families Media objects Sources Last change