Title
|
19430000 Politieverhoor Engelandvaarder K. A. de Munter
|
---|---|
Repository
|
|
Text
|
Nog onderhanden Algemeen: Inhoud Dossier:
Samenvatting: Tekst van dit dossier: Dossierpagina 0: voorblad Algemeen Rijksarchief Dossierpagina 1/2, begeleidende brief bij rapport houdende verhoor ir. K.A. de Munter P.B.D: nr 3961, Aan: Zijne Excellentie den Minister van Justitie Londen Handgeschreven toegevoegd. Dossierpagina 3, verhoor 28-5-1943 pagina 1 Verhoor van: DE MUNTER, Ir. Karel Antonius; geboren te Poerwakarta, 18-7-1912; electro-technisch ingenieur; laatstelijk gewoond hebbende te ´s-Gravenhage, laan van Meerdervoort No.800; die Nederland heeft verlaten op 5 Mei 1943, in Engeland is aangekomen op 6 mei 1943 en zich alhier heeft gemeld op 24 mei 1943, komende van de R.V.P.S.
Ongehuwd Godsdienst: Roomsch Katholiek Talenkennis: Nederlandsch, Engelsch, Fransch, Duitsch en Maleisch. Politieke richting: Geen. Was nooit lid van eenige bond of vereeniging. Stemde R.K. Werd na de capitulatie lid van de Nederl.Unie. Lagere school in N.O.I. Zijn vader ging met verlof naar Nederland en hij bezocht 2 klassen der H.B.S daar; keerde daarna naar Indië terug, waar hij de 5-jarige H.B.S. voltooide. Keerde in 1931 naar Nederland terug, alleen voor studiedoeleinden en vestigde zich te Wageningen, waar hij gedurende 1 jaar de Landbouwhoogeschool bezocht. Ging daarna naar de T.H. te Delft, voor electro-technische studie. Werd opgeroepen op 29 augustus 1939 en ingedeeld bij het 2e Regt.Genie. Na 3 maanden gedetacheerd bij de T.H. Comp. Was gedurende de invasie in Delft. Gedemobiliseerd in juni 1940 en zette toen zijn studie voort. Afgestudeerd 29 october 1941, ingenieursdiploma. Kwam in september 1941 in contact met de Nauta-organisatie door een zekeren Deutekom, die hem in connectie bracht met W. ´t Hart, Eksterlaan 8, Den Haag. Dossierpagina 4, verhoor 28-5-1943 pagina 2 verbinding tusschen de Nauta-organisatie en Engeland verbroken was. Hij deed inderdaad twee pogingen in het najaar van 1941, die echter mislukten. Daarna hielp hij algemeen in de organisatie, Daar gedurende deze periode de meeste leden van de organisatie en ook Nauta zelf gearrresteerd werden, werd de Munter het centrale punt van de inlichtingen van de organisatie. Naar Engeland zouden komen de 3 die het meeste omtrent de organisatie wisten, nl. BILL ROESKE, Willem ´t HART en de MUNTER en nog 10 anderen, waaronder WOLTER, Lex van OS en een havenmeester van Rotterdam genaamd A. KORTLANDT. Bij de achterblijvenden waren: Frits van der SCHRIEK en Gerard van der BIJL en Eddie KAMP.
Dienzelfden avond werden zij door "HENK" en den "HEER" één voor één aan boord van een Scheveningsche Stoomtrawler gebracht in in de vischbeunen verborgen. Roeske, ´t Hart en de Munter hadden ieder een 9mm. F.N: automatisch pistool en werden met z´n dieën in een beun verscholen. Zij zaten hier van middernacht tot den volgenden middag 4 uur. Het was hun verteld, dat de boot voor vertrek door de Duitschers zou worden onderzocht, doch dat deze inspectie zeer oppervlakkig zou zijn. Het idee was dat eenmaal in open zee zij te voorschijn zouden komen en de bemanning zouden dwingen naar Engeland te varen. Om 4 uuur ´s middags 18 mei 1942 kwam de controle aan boord, bestaande uit matrozen onder aanvoering van een Luitenant ter Zee, die zich onmiddellijk naar de beunen begaven en de 13 man te voorschijn brachten. Op het dek wemelde het van Gestapo agenten in burger, zoodat er duidelijk verraad in het spel was. Zij werden naar het Oranje Hotel in Scheveningen gebracht, waar de Munter onmiddellijk alleen werd opgesloten. Dienzelfden avond werd hij kort verhoord. Ongeveer 3 dagen later werd hij weer verhoord. Weer 4 dagen later werd hij 3 à 4 uren verhoord. De hoofdvragen waren:
Hij redde zich hier zoo goed mogelijk uit, door te zeggen, dat hij naar Engeland wilde om tegen Japan te vechten, dat hij van de organisatie niets af wist, doch alleen persoonlijk contact had met ´t Hart en Wolter en dat hij het pistool reeds voor den oorlog van een Indisch officier had gekocht. Na nog een week in eenzame opsluiting te hebben doorgebracht zag hij een mogelijkheid om te ontsnappen. De cel was circa 4 Meter hoog. Boven de deur en over de heele breedte van de cel was een raam, bestaande uit 3 deelen: één groot middenstuk en 2 kleinere raampjes. Het middenstuk draaide op scharnieren, bevestigd in de cel. Voor dit raam zaten 4 horizontale tralies, ieder ongeveer 1 duim dik. Tusschen de raamlijst en bovenste tralie was een ruimte van ongeveer 1.50m. Hij kreeg nu het idee dat indien Dossierpagina 5, verhoor 28-5-1943 pagina 3 hij zijn hoofd door deze ruimte zou kunnen werken, de rest van zijn lichaam ook zou kunnen volgen. Hij probeerde dit, door van de tafel op het luik van de deur te stappen, vandaar op een kapstok, vanwaar hij zich aan de onderste tralie kon vasthouden. Het ging echter niet; de ruimte was te smal. Met behulp van zijn broekgesp gelukte het hem een groote scharnier die diende om zijn opklaptafel aan een balk in de muur te bevestigen, los te krijgen. De lange zijde van deze scharnier sleep hij scherp op den grond. Op Zondag 14 juni 1942, ongeveer 1.30 uur, wist hij zich door het raam heen te wringen en kwam hij op het dak. Hij hoorde zijn vriend Gerard van der Bijl praten en hij ging eerst naar het raam van deze cel, omdat deze zijn stamkaart had. Hij had van der Bijl deze stamkaart gegeven voor hij naar IJmuiden ging, teneinde bonnen te krijgen en andere vluchtelingen te helpen. Van der Bijl, vertelde hem dat deze stamkaart lag op hun onderduik-adres Papaverhof 11, Den Haag en voegde er aan toe, dat hij verraden was door PAS DE LOUP. Hij sprong daarop van het dak af. Hij had het touw van de verduisteringsklappen uit zijn cel meegenomen. Hij nam dit driedubbel en bevestigde aan beide einden een kapstokhaak eveneens uit zijn cel losgesneden. Had gehoopt planken te vinden, bij een beerput, om de buitenmuur over te komen, doch vond dat deze planken niet lang genoeg waren. Met behulp van zijn touw klom hij weer terug op het dak en begaf zich naar de luchtcellen. Van hier kon hij met een sprong van het dak juist de buitenmuur bereiken, door beide armen over den muur te slaan en te blijven hangen. Hij klom over den muur en kwam op een terrein, eveneens afgesloten, waarop een gevangenis in aanbouw is. Hier lagen vele steigerplanken. Met behulp van een plank kwam hij de muur over en het gelukte hem op den weg te komen en hij liep in de richting Scheveningen. Van het station in Scheveningen, waar geen trein stond, liep hij naar het huis van een tante, Mevr. VENSELAAR, Louise Colignystraat 47, bij het Bezuidenhout, waar hij geld kreeg en waar zij van zijn neef een fiets leende en naar zijn oom, de Heer BOONEKAMP in Voorburg fietste. Deze gaf hem een nacht onderdak. Van hier uit, door bemiddeling van zijn neef, werd zijn broer gewaarschuwd, die hem het adres deed toekoman van Henk van der VELDE, koningin Wilhelminalaan 203, Voorburg. Hier werd hij gedurende een week verborgen gehouden. Weer door middel van zijn neef, Jan VENSELAAR, kreeg hij weer contact met DEUTEKOM, een lid van de O.D. organisatie. Deutekom kwam hem bezoeken en bracht hem onder bij Mevr. JONAS, Bilthovenschelaan 62, Den Haag en voorzag hem ook van distributiebewijzen, in samenwerking met Pater Ten Berghe. Hier bleef hij 2 weken, waarna hij door Pater Ten Berghe overgebracht werd naar den Heer Koremans, Wateringscheweg 22a, Poeldijk. Hier bleef hij ongeveer 2,5 maand. Kwam daar op verzoek van Mevr. Jonas weer bij haar terug en hij bleef bij haar tot 5 Mei 1943. Hij bezocht tamelijk dikwijls een intieme vriend, Willy REILINGH, wonende de Morsestraat 108, Den Haag. Deze is weer bevriend met GUTTELING. Reilingh vroeg Gutteling of er geen kans was een vluchteling uit het Oranje Hotel naar Engeland te helpen. Gutteling bracht deze boodschap over aan SCHRADER, die last gaf de Munter bij hem te brengen. Schrader kende Munter´s broer zeer goed en had ook van de ontsnapping gehoord; hij besloot onmiddelijk de Munter van de partij te laten zijn. Op 5 mei 1943 kwam Gutteling hem halen en zij stapten samen op den trein naar Rotterdam. Van hier namen zij den trein naar Oud-Beyerland. Voor de rest van zijn verhaal zie rapport Gutteling. Wil liefst bij de R.A.F. komen. Een kalm vastberaden, moedig man, zeer zeker betrouwbaar. Ik beschouw hem een grote aanwinst. Is "brulê" in Holland, anders zou hij sterk voor speciale diensten te Dossierpagina 6, verhoor 28-5-1943 pagina 4 zijn aanbevelen. Kan wellicht zeer goed hier gebruikt worden. Londen, den 28sten Mei 1943 Bij nader verhoor, betreffende Nederland, verklaarde Ir.K.A. de MUNTER als volgt: Van de organisatie "Nauta" kende ik, daar NAUTA en Makker EENHOORN reeds gearresteerd waren, Lou KIST, van der BIJL, die toen zonder werk in Vlissingen zat en Kapt.dr.SOMER, Dik GROENEVELD, ik meen dat hij op een kantoor zat, Eddy KAMP, zoon van een seinwachter op Scheveningen, werkzaam bij "radio Holland". Mevr.Zus PIETERS is ook gearresteerd, toen zij eens op het Binnenhof informaties ging inwinnen. Luit.de KLERCK is gearresteerd, vrijgekomen en later weer gearresteerd in Januari 1943. Lou Kist is het eerst van allen gearresteerd in de trein in België, vlak na de arrestatie van de Klerck. Na hem zijn achtereenvolgens gearresteerd: Mevr. Dessauvagie, Dik Groeneveld, Zus Pieters, Nout, de kunstschilder. Bij de bekende poging zijn gearresteerd te IJmuiden, behalve ik: Bill ROESKE; was vermoedelijk Luitenant en Wim ´t HART. Daarna zijn gearresteerd Gerard van der BIJL en een dag daarop Frits van der SCHRIEK, die niet in die organisatie zat, doch een soort informatiebureau was. Alleen overgebleven zijn Eddy KAMP, wonende te Scheveningen, nu ergens in Den Haag en Willy REILINGH, electro-technisch student, wonende in Den Haag. Zij werken niet meer, daar na de arrestaties alles afgeloopen was. De zender heb ik niet gezien, ligt heelemaal uit elkaar. Kamp vnd. weet, waar die zit en hij kan bereikt worden via Reilingh. Is Reilingh ondergedoken, dan zit hij op Bilthovenschelaan nr 62 te Den Haag. De door mij genoemde Wolter, zijn voornaam, is iemand van de N.S.F. en hij zou op 18 Mei 1943 vrijgekomen zijn. Zijn achternaam ken ik niet. Eén keer heb ik ontmoet, nl op 17 mei 1942, op mijn kamer te Den Haag, een zekeren van der MEER, oud ± 26 jaar, lang ± 1.77M, Indisch uiterlijk, donker haar en donkere oogen, glad geschoren. Hij was bij mij gebracht door Frits van der Schriek, en zou uit Engeland gekomen zijn. Hij kwam bij mij in gezelschap van KORTLAND, de havenmeester van Rotterdam. Ik hem hem maar een uurtje gesproken, ik weet zijn opdrachten niet in Holland en ook niet wanneer hij in Nederland was gekomen. Hij had mij een opdracht meegegeven voor kapitein, majoor of kolonel de BRUIN. Het waren, zoals hij vertelde, kleine fototjes, welke verpakt waren in een verzwaard luciferdoosje. KORTLANDT was tegelijkertijd met ons gearresteerd, maar van der MEER niet, ofschoon hij wel bekend is bij de Gestapo. Zij hadden mij een persoonsbewijs van hem laten zien, doch alleen zoo, dat ik de foto kon zien niet de naam. Dossierpagina 7, verhoor 28-5-1943 pagina 5 Lou KIST, is ter dood veroordeeld, zit waarschijnlijk in Utrecht en voor zoover ik weet is zijn vonnis niet ten uitvoer gelegd. Wim ´t HART, zit in Vught (concentratiekamp), is nog niet veroordeeld en is assistent bij een Duitschen dokter aldaar. Wolter ?, is meen ik 18 mei 1943 vrijgekomen; hij had één jaar gekregen. NOUT, is gefusilleerd. NOUT, zijn broer de kunstschilder, zit nog. ROESKE, heeft zijn mond niet opengedaan en is naar Duitschland overgebracht en zal aldaar waarschijnlijk voor een Duitsche Rechtbank terecht staan. G. van der BIJL, zat nog vast. Zijn verloofde is Corrie KRIEGSMANN, wonende Regentesselaan 232 te Den Haag. Zus PIETERS, zit voor zoover ik weet nog in het Oranje Hotel; vonnis onbekend. F. van der SCHRIEK, idem. Dr. KREDIET, uit Wassenaar Zijdeweg. Het was een adres van "Hollandvaarders". Hij zegt niets en heeft het ontzettend beroerd. Mevr. Krediet is de eenigste, die nog vrij is en door Roeske veilig in ondergebracht. Zij is geblondeerd en loopt geschminkt rond. NAUTA, EENHOORN, hebben 15 jaar dwangarbeid gekregen volgens Eenhoorn sr. De Klerck, zit waarschijnlijk nog. BRENT of DRENTH De chauffeur van Gen.Maj. CARSTEN, die o.m. werk gedaan heeft als chaufffeur bij de schietpartij "Stelbrink". Hij was lid van den O.D: (Is verm. Drenth, wonende te Haarlem, Dietzveld no 2). Hij zit ook vast, is nog niet veroordeeld en is verm. thans in Vught. Dik GROENEVELD, idem. Mever. DESSAUVAGIE, zit vermoedelijk nog in het Oranje Hotel. PAS DE LOUP, cadet-vaandrig; zijn meisje woonde van Loostraat te Den Haag. Hij zat in de organisatie om menschen te helpen, die in Holland landden, naar goede adressen. Hij is bij een dergelijke gelegenheid gearresteerd te Scheveningen met andere menschen, doch de koerier uit Engeland is ontsnapt. Ik vernam dit van F. van der Schriek en ik weet niet wanneer dit gebeurd is. Begin 1942 vertelde van der Schriek mij opgewonden, dat Pas de Loup uit het Oranje Hotel ontsnapt was met een Jood, waarvan hij den naam niet wist. Ongeveer een week later ontmoette ik het meisje van Pas de Loup in café "De Kroon" p/a Fred.Hendriklaan te Den Haag, waar G.v.d.Bijl haar om een onderhoud had gevraagd. Haar naam ben ik vergeten en zij vertelde zeer weinig van zijn onstsnapping, maar wel, dat Pas de Loup dienzelfden dag bij haar was geweest en na een uurtje was verdwenen naar zijn onderduikadres, wat zij alleen wist. Dossierpagina 8, verhoor 28-5-1943 pagina 6 Haag, nog safe was en waar mijn stamkaart was. Hij zei, dat het adres nog safe was en mijn stamkaart had hij gegeven aan Mevr. Ans BORGHELD, echtgenoote van een zee-officier (is zeer waarschijnlijk de echtgenoote van Off. v.Gez.1e kl. W.A.Borgeld. Daaraan voegde hij toe, dat Pas de Loup hem verraden had. Ik had veel haast en dit was het laatste wat ik van hem hoorde. Later is door Corrie Kriegsmann bevestigd, dat Pas de Loup de verrader was. Hij was de eenige buiten van der Bijl, Corrie en ik, die wist, dat Papaverhof 11 het onderduikadres was van der Bijl. De Gestapo is daar geweest en heeft daar mijn stamkaart in beslag genomen. Mevr.Borgeld hebben zij niets gemaakt, omdat zij zeide, alleen een koffer van v.d.Bijl in huis genomen te hebben, omdat hij geen plaatsruimte had. Frits van der SCHRIEK, is als volgt gearresteerd. G.v.d.Bijl was op 24 Mei 1942 des avonds opgepakt, is overgebracht naar het Gestapohuis op het Binnenhof en is daar door de Gestapo gedwongen Frits v.d.Schriek op te bellen. Van der Schiek kreeg te hooren, dat Gerard hem dringend wilde spreken en dat hij even zou komen overwippen en op een bepaalde manier zou bellen, zoodat Frits wist, dat hij er was. Niemand weet hoe het mogelijk is, dat Gerard dit heeft gezegd. In den nacht van 24 op 25 Mei belde de Gestapo op de afgesproken wijze, waarop Frits niets kwaads vermoedend, de deur open deed. Hij was gekleed in pyjama, onmiddelijk het huis uitgesleurd en in een auto geworpen, terwijl 7 menschen van de Gestapo een huiszoeking deden, doch niets vonden. Frits is onmiddelijk naar het Oranje Hotel overgebraht. Deze inlichtingen zijn mij gegeven door Lou MELSER, wonende Floris Grijpstraat No.7 en Cor Kriegsmann. Melser was ook in contacht met deze organisatie. Melser is "ondergedoken" Voor zoover ik weet ligt de O.D. stil en hebben zij orders uitgegeven geen nieuwe leden aan te werven. Ik heb hooren vertellen, dat de commandant van Den Haag gearresteerd is, zijn naam weet ik niet. Ik had mijn buik vol van geheime organisaties. Ir.P.M:VLEUGELS, hoofd electrische bedrijven, wonende te Monster, Dr. v.d.Brinkstraat 36, is heel goed. Hij komt overal, zelfs in spergebieden, waarvan hij dankbaar gebruik maakt. Via H.PETERS, de Weytjenslaan 18 te Poeldijk, een drogist is met Vleugels in contact te komen. Peters is een 3e stuurman der koopvaardij en zit te springen om "werk". DEUTEKOM vnd, is een zeer betrouwbaar persoon en iemand die heelemaal niet praat. Hij is kwartier-cdt. van de O.D. en thans werkzaam in Hoog- of Laag-Soeren. Zijn week-ens adres is Coperniscuslaan, drogisterij "Copernicus" te Den Haag. Hij is ±27 jaar oud, ontzettend lang en dun, een levend geraamte. Op den dag der invasie is hij nog bij Z.E.Minister van Angereren geweest om blanco politie-identiteitsbewijzen te onderteekenen. Dit was op de morgen van 10 mei 1940. Mr. J.W.M. Peek, advocaat te Den Haag, wonende altdaar, is heel goed. Zoo ook zijn compagnon Mr. A.C.E.M. de GROOT. Mr. Bakker, werkzaam op het Directoraat van Politie, vrij jonge kerel en buitengewoon goed. Hij is afd. hoofd op zoo iets dergelijks. (Tel. boek 1941: Mr. A.E.M.A.Bekker, Bachmanstr.26.) Mr. D. Reilingh, Procuerue-Generaal te Leeuwarden, is ontslagen in 1942 en is thans ondergedoken. Hij is een oom van Reilingh vnd. Dossierpagina 9, verhoor 28-5-1943 pagina 7 De Duitsche personen, die mij ondervraagd hebben, hebben zich nooit voorgesteld. De wachtmeesters kunnen naar eigen goeddunken straffen, zonder voorkennis van de directeur. Ik ken geen namen van personeel van het "Oranje Hotel", terwijl ik ook geen namen heb gehoord van personen, die er zaten. Ik zat cellulair en werd ook in een cel alleen gelucht. Door een toeval had ik gehoord, dat G. van Bijl dicht bij mij zat, toen zijn naam door een der wachtmeesters werd genoemd. N.S.B.`ers e.d.: E.J. va DORT, wonende Laan van Meerdervoort 792, heeft aldaar een werfbureau voor arbeiders in Frankrijk, voor de firma HODAM, welke versterkingswerken maakt in Frankrijk. Hij is N.S.B.´er en verdacht Gestapo-agent te zijn. Op de Bilthovenschelaan No.60 woont een kunstschilder, leider van den N.J.S. en thans bij de Landwacht. Zooals ik gehoord heb zou de geheele organisatie van "Het Parool" te Amsterdam tegelijk gearresteerd zijn. Dit was vlak voor wij weggingen. Namen heb ik niet gehoord. Wim ´t HART, komt inderdaad voor op Zwarte Lijsten , maar is volkomen goed. De vader van Frits van der Schriek is gep.kolonel der Inf., wonende Frankenslag 147 te Den Haag. Groeneveld en Bil Roeske hebben den overval gepleegd op Stelbrink. Nout had beneden de wacht gehouden. Een der 3 of 4 lui was dood, een was zwaar gewond, doch is later weer hersteld. Roeske had een schot in zijn achterwerk en Groeneveld een schot in zijn arm." Londen, den 29sten Mei 1943 Dossierpagina 10, M.I.6 Date of interrogation 18-3-43, page 1 GUY/E.414 M.I.6 (RVPS) Date of interrogation 18-3-43 De MUNTER Karel Antonius. (14, 082) Nationality: Dutch. Occupation: Electrical engineer.
There are special papers for the prohibited zones, but is is easy to get them. It is also stille easy to obtain false indentity documents.
Henk DEUTEKOM is employed at the police directorate, probably at present living in Hoog Soeren (or Laag Soeren) in Gelderland. This directorate is a special department of the ministry of justice, and has charge of central questions for the judiciary police. He is a good friend of DE MUNTER`S sister Anna DE MUNTER. He was formerly living in Koninginnegracht in The Hague. He is married to Corrie van der KIEBOOM, who is a chemist. She has a shop called "Drogisterij Copernicus" in Copernicusstraat, The Hague. When DE MUNTER was in hiding, DEUTEKOM procured him ration coupons through a man called M. VAN DER VlIJE(?), and through DE MUNTER´S brother, KOENRAAD. It is probably that DEUTEKOM knew where DE MUNTER was hiding. He is a member of the secret organisation "ORDE-DIENST" He was formerly an official in the directorate under the present minister of justice, VAN ANGEREN, now in London.
De MUNTER had a large collapsible rubber dinghy with which he intended to go to Engeland. ´t HART asked hem to bring some papers including a secret code for wireless service between Great Britain and the organisation. b) At that time, NAUTA and EENHOORN were arrested and Lou KIST took over the management of the organisation. Dossierpagina 11, M.I.6 Date of interrogation 18-3-43, page 2 c) In the autumn of 1941, ROESKE, GROENEVELD, NOUT and the fourth man, went to Haarlem in General KARSTENS´ motorcar. The driver was told to wait for them a small distance away from the traitors´ house. They announced that they had come for a very important talk, and they were cordially receiverd. NOUT remained downstairs, while the three others went onto the first floor. GROENEVELD took a seat, while ROESKE and the fourt man remained standing. ROESKE was the only one who was armed. He had an F.N: nine milimetre pistol. In the room wer STELBRINK and three others. d) Shorly after, still in 1941, DE MUNTER, ´t HART and GROENEVELD, VAN DER BIJL, and six others planned that if NAUTA and Eenhoorn were to be executed, they would try to break into the Oranje Hotel and bring them out. In januari 1942, the police inspector, POOS and SLAGTER went to the house of Vim ´t HART to arrest him, but he had a narrow escape, and has since been in hiding. ROESKE had already gone into hiding. DE MUNTER was the only one who knew how to contact them. He was the central point through whom all arrangements had to go. Gerard VAN DER BIJL, came to live with DE MUNTER also, in order to hide. Lou KIST was arrested in Belgium. It appears that he was not able to resist the pressure brought to bear on him by the Gestapo, but began to talk. e) In May 1942, it was decided that ROESKE, ´t HART and DE MUNTER should try to go to England, and from there, attempt to establish a connection with those who had remained in Holland, Van NIFTERIK alias "Uncle JOB", Gerard VAN DER BIJL, VAN DER SCHRIECK and Eddy KAMP. These men owned a secret wireless transmitter. f) Shorly after, Gerard VAN DER BIJL was arrested in the house of Mrs. BORGHELD, Papaverhof, no. 11 in The Hague. He had been betrayed bij PASDELOUP according to what VAN DER BIJL told DE MUNTER, and also according his Fiancee Corry KRIEGSMAN. g) The Gestapo forced VAN DER BIJL, to telephone to Fritz VAN DER SCHRIEK, and make an appointement with him in the night between the 24th and 25th May 1942. In this way, VAN DER SCHRIEK was arrested about 3.0 a.m. in his house, Frankenslag, in The Hague. He was waiting there for VAN DER BIJL who had told him by telephone that he wished to speak to him urgently and would come to his house at once, VAN DER SCHRIEK did not know that VAN DER BIJL had been arrested. Dossierpagina 12, M.I.6 Date of interrogation 18-3-43, page 3 i) Lou MELSER was charged with bringing DE MUNTER to Switserland at the end of September 1942. But he disappeared suddenly in August, and at the same time, VAN NIFTERIK and his wife disappeared. The two latter arrived safely in Switzerland. while MELSER is still in hiding in Holland. k) PASDELOUP, nicknamed "Patje", is suspected of having betrayed the escape party. This is confirmed as stated above bij Geerard VAN DER BIJL, who told DE MUNTER so in the prison, when DE MUNTER was lying on the roof. It is also confirmed bij VAN DER BIJL´s Fiannee Corry KRIEGSMAN, Regentesselaan, 232 (no. uncertain). She said that the hiding plae of DE MUNTER and VAN DER BIJL, at the house of Mrs. BORGHELD, the wife of a lieutenant who is now in Great Britain, had been given away bij PASDELOUP, PASDELOUP was arrested in connetion with this activity in the middle of 1941, but escaped from the Oranje Hotel at het end of that year with the connivance of the Gestapo, having undertaken to work for them. He is engaged to a Jewish girl who is a shop assistant in a milliner´s shop, Anna Pavlonastraat, in The Hague. She called on them at the end of 1941, and said that PASDELOUP wanted to go with them to Great Britain. The appointment was in the cafe De KROON, Frederik Henryklaan. Later, PASDELOUP refuse to join them. Bus it is probable that he will try to come here, and then it will not be in order to escape from the Gestapo, but centrainly as an agent for them. l) Here is some more information about different members of the "NAUTA Organisation" NAUTA, army officer, was the founder of the organisation. He was arrested and condemned to death, after being condemned to twenty years´ imprisonment first. After that, it was ..muted to fifteen years forced labour. Lou KIST, successor to NAUTA in the Spring 1941, at the time when DE MUNTER became a member. He tried to escape and was arrested in the unoccupied zone of France. Fortunately, the French officer who caught him was a good patriot, and released him, and he was then used as a courier between France and Holland. At the end op 1941, he was caught in a train in Belgium. He was sentenced to death, but has not yet been executerd. Captain SOMERS, director of the military museum in Breda, now in Great Britain. Frits van der SCHRIEK had his own intelligence service. He is now imprIsoned in the Oranje Hotel, where he has been since the 27the May 1942, but may have been removed to another place. Sentence unknow. Lou MELSER was working on his own helping people to go to Switserland. He was last seen in July 1942, and is now in hiding. VAN DER MEER. DE MUNTER has only seen him once in his own room in The Hague on the 17th May 1942. He is probably a British agent. Willy REILINGH, an old student friend, from Delft, of DE MUNTER´S. He stored their weapons for them. He is living in The Hague, and is still at liberty. Jonas, whose hiding address for DE MUNTER is Bilthovenschelaan 62, in The Hague, concealed DE MUNTER for some time, but was not a member of the organisation. DE MUNTER was schown his photograph an identity card in the prison by the Gestapo, and he was asked if he knew him, but he denied it. Dr. Krediet, zyderweg, 4, in Wassenaar. He is probably chief in the organisation. His address was a forbidden address where they could only go when they had orders from ROESKE, or VAN DER SCHRIEK. He was arrested in 1941, and sentenced to death, but has not yet been executerd. His wife is still free. ROESKE, member of the organisation was arrested on the boat. He killed STELBRINK in Haalem (see my report G. 30 on KNOOP, R.V.P.S: nr 8704). He has not spoken. He was transferred to Germany to be brought before a special lawcourt. Mrs. PIETERS was imprisoned in the Oranje Hotel, and her sentence is unknown Mrs. DE CAUVACHIE was imprisoned in the Oranje Hotel. Sentence unknown. Dossierpagina 13, M.I.6 Date of interrogation 18-3-43, page 4 GROENEVELD sentence and where-abouts unknow. General KARSTENS´chauffeur, sentence and where-abouts unknown.
On the 14th June, DE MUNTER escaped from the prison. For details, please see N.I.5´report, and the enclosed map of the prison. b) DE MUNTER had already been in hiding for about 9 months, and had abandoned all hope of going to England, when, at the end of February, an electrical student, W. REIGLINGH, told him that he had found a way. DE MUNTER had to go to the house of a good friend of REILINGH´S called GUTTELING, where he was put in contact with Fr. SCHRADER, who was organising the escape party. c) The first attempt was made on the 30th April 1943, but failed because of a certain General strike in Holland. On that day, DE MUNTER made the acquaintance of BURGERS, the two brothers WEYHENKE, STROEVE, REINDERS, DE GROOT, BAKKER, BRUYNE and sergeant MORA. d) The second attempt on the 1ste May failed because the boat could not be brought to the place of departure in time. e) The third attempt on the 3rd May failed partly because martial law was proclaimed, so that the boat could not get to the agreed place. f) The fourth attempt was on the 5th May and succeeded. They left at 1.30 a.m. on the 6th May, they were discovered by two German patrol boatus, but succeeded in escapint by going at a greater speed. at about 4.0 a.m., they saw four motor torpedo boats, which passed them about one mile away, and disappeared Southwards. At 1.30 p.m. they were taken on board bij a British boat, and brought to Harwich. Dossierpagina 14, M.I.6 Date of interrogation 18-3-43, page Appendix GUY/E.414 M.I.6 (RVPS) Date of Interrogation 18-3-43 Appendix A. Suspects.
Betrayed escape party in 1941. Was in the Nauta Organisation as a member of their reception committee Allied agents arriving in Holland from Great Britain. Was arrested in the middle of 1941 in connection with this. Escaped from the Oranje Hotel at the end of the year with the connivance of the Gestapo, while undertaking to work for them. He is engaged to a Jewess who is a shop assistant to a milliner, Anna Pavlonastraat, The Hague. May come here as Gestapo agent. P.M.S. Guy-DC Dossierpagina 15, Map of the Oranje Hotel in Scheveningen MAP OF THE "ORANJE HOTEL" (polis prison) in Schevingen. Vertical map of the cells Zie de scan Dossierpagina 16, bericht van aankomst in Engeland No. 3961 Ik heb de eer Uwer Excellentie te berichten, dat in Engeland is aangekomen: Ir. DE MUNTER, Karel Antonius. geboren te Poerwakarta, 28 juli 1912, laatstelijk gewoond hebbende te ´s-Gravenhage, Laan van Meerdervoort no 800, Betrokkene is op 5 Mei 1943 uit Nederland vertrokken. De wnd. Chef van den Politie-Buitendienst, Aan: Dossierpagina 17, Date of interrogation 18-3-43, page Appendix Suspect Addresses GUY/E.414 M.i.6 (RVPS) Date of interrogation 18-3-43 Appendix A.1, Suspect Addresses Police prison: Dossierpagina 18, aanvulling/corrertie 3-6-43 D/B. Dear Neave, Mr. De Munter informs me that he has made a mistake in his statements to you. Yours sincerely, Captain A.M.S. Neave Dossierpagina 19, staat van inlichtingen STAAT VAN INLICHTINGEN OMTRENT UIT
Bron: |
Media object
|
19430000 Politieverhoor K.A. de Munter |
Last change
|
Author of last change: jwbos |
Given names | Surname | Sosa | Birth | Place | Death | Age | Place | Last change | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
111 | 2 | 50 | 60 | M | YES | Y100 | ||||||||||
|
Given names | Surname | Age | Given names | Surname | Age | Marriage | Place | Last change | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Media | Title | Individuals | Families | Sources | Last change |
---|
Title | Individuals | Families | Media objects | Sources | Last change |
---|